Schildklier
Heb je het vermoeden dat je schildklier niet optimaal werkt? Kijk dan eens op de schilklier klachten lijst wat er zoal aan klachten passen bij een schildklier die uit balans is. Een bloedtest kan veel verheldering geven. Ook als je al schildklier medicatie gebruikt maar nog steeds niet goed in je vel zit. Bij de huisarts of internist wordt vaak alleen de TSH en FT4 waarde geprikt. Door breder te onderzoeken krijg je meer info in handen mbt de voor jou beste ondersteuning. Voor meer info, lees onder verder.
Op welk moment kun je het beste bloedprikken?
Bij schildklier controle middels bloedonderzoek is het belangrijk het meetmoment zo zuiver mogelijk te houden. Prik daarom altijd smorgens nuchter. Ook als je schildklier medicatie inneemt, neem je die pas ná de bloedafname in.
Tijdens je menstruatiecyclus zullen je TSH niveaus licht schommelen onder invloed van je hormonen. Daarom is het ook aanbevolen om schildklierfunctietesten consistent uit te voeren in dezelfde fase van je menstruatiecyclus om nauwkeurige en voor vergelijking geschikte testresultaten te garanderen. Zo kunnen TSH-niveaus iets lager zijn dan normaal tijdens de folliculaire en luteale fasen van de menstruatiecyclus. TSH-niveaus kunnen ook iets stijgen als reactie op de hogere estradiol halverwege je cyclus.
Wil je je schildklierwaarden onderzoeken dan kan dat van smal tot breed. In het keuze menu vindt je; TSH, FT4, FT3, reverse T3, antistoffen anti-TPO, anti-TG, TSH- receptor antistoffen.
Hoe werkt je schildklier?
Het regelen van je schildklierwerking begint in de hersenen, bij de hypothalamus. Die stuurt eerst een signaal (TRH) naar de hypofyse, die vervolgens schildklierstimulerend hormoon (TSH) naar de schildklier stuurt. Dit schildklier stimulerend hormoon, zorgt ervoor dat de schildklier een beetje T3 en veel T4 aan gaat maken.
Afhankelijk van de behoefte van je lichaam kunnen de lever, spieren en hersenen T4 omzetten naar T3. T3 is het actieve schildklier hormoon.
Voor de omzetting van T4 naar T3 is Selenium nodig. Daarnaast heb je ook nog voldoende Vitamine A en Magnesium nodig. Bij onvoldoende Selenium of te veel T4 wordt T3 helaas omgezet in rT3 (Reversed T3). Deze vorm van t3 doet helemaal niets voor je energie. Sterker nog, het verhinderd dat de goede actieve T3 zijn werk nog kan doen. Omdat de receptoren (de vanghandjes) toch bezet zijn door de RT3, wordt er niet nog meer TSH gemaakt, waardoor jij dus moe en futloos bent. De bloedwaarden kunnen dan dus prima uitvallen, terwijl jij toch met een groot energietekort kampt.
Stress en de schildklier
Stress heeft een grote invloed op het functioneren van het schildklierhormoon. Langdurige stress zorgt er namelijk voor dat er minder van het actieve T3 kan worden aangemaakt en meer van minder efficiënte Reversed T3 (rT3) wordt aangemaakt. Zoals je hierboven al kon lezen, blokkeert het RT3 dan de receptoren van het schildklierhormoon.
Een ander probleem waar de schildklier last van heeft bij langdurige stress is de verstrengelde belangen van de hypothalamus. je weet wel: de hormoon klier in je hersenen die de schildklierwerkign aan kan zetten. Bij chronische stress is de hypothalamus als het ware zo druk om via via ervoor te zorgen dat de bijnier cortisol gaat producreen. de hypothalamus kotm er dan als t ware amper nog aan toe om er óók nog voor te zorgen dat er schildklier hormonen geproduceerd gaan worden. Hierdoor wordt de productie van schildklierhormoon ontregeld met alle gevolgen van dien.
Verder is er bij aanhoudende stress ook meer adrenaline productie. Om adrenaline te kunnen maken heeft je lichaam het aminozuur Tyrosine nodig. Helaas is L-Thyroxine ook de belangrijkste bouwstof voor het schildklierhormoon thyroxine. In geval van stress kan er dus te weinig schildklierhormoon worden aangemaakt.
Wat valt er allemaal onder stress? Je lichaam krijgt niet alleen stress van het te druk hebben (mentale stress) maar krijgt ook stress van chronische ontsteking, pijn, angst, overwerkt zijn, slecht slapen, onverwerkte (jeugd)trauma's, verkeerde voeding, drugs, medicijnen, zoetstoffen, E nummers en andere toxische belasting. Ook ziekteverwekkers in het lichaam, veroorzaken chronische stress voor het lichaam, daar deze toxische gifstoffen produceren die je syteem overprikkelen en belasten. Ook IgG intoleranties, geven een voortdurende (stress)prikkel aan het immuunsysteem op het moment dat die voeding toch gegeten word. Een leaky gut, een te doorlaatbare darmnwand geeft hetzelfde probleem, daar er dan voortdurend stoffen vanuit de darm de bloedbana in lekken, die daar voor onrust en dus stress zorgen in het lcihaam.
Omzetting van in-actief naar actief schildklier hormoon
De omzetting van inactief T4 naar actief T3 vindt plaats in de lever. Het is van belang om de ontgiftingsfases van je lever zo gunstig mogelijk te laten verlopen. Antioxidanten spelen hierbij een hele belangrijke rol. De allerbelangrijkste antioxidant is Glutathion. Glutathion is de krachtigste endogene vrije radicalen vanger en heeft de mogelijkheid om veel soorten vrije radicalen onschadelijk te maken. Het is ook de enige antioxidant die voortdurend zelf regenereert om meer vrije radicalen te neutraliseren. Koffie klsyma's kunnen naast een gezonde voeding helpen om de lever te ontlasten. Een goede spijsvertering & darmmilieu geeft een blije lever. Een niet optimale spijsvertering leidt tot veel giftige reststoffen & ene toxisch darmmilieu. Daarom is het belangrijk om bij schildklier klachten je vertering én je darmmilieu te checken. En de doorlaatbaarheid van je darmwand + mogelijke voedselintoleranties uit te sluiten.
Zink is belangrijk voor de omzetting van T4 naar T3 en uit onderzoek blijkt dat het toevoegen van zink een stijging van vrije T3, een daling van rT3 en een lager TSH gehalte tot gevolg heeft. Bij veel stress heeft het lichaam extra zink nodig, een tekort kan neerslachtigheid veroorzaken.
Vitamine B12 Uit onderzoek is gebleken dat mensen met een te traag werkende schildklier vaak een vitamine B12 tekort hebben. B12 is een belangrijke cofactor bij de omzetting van L-Tyrosine in het schildklierhormoon thyroxine.
Vitamine A is nodig voor een goede schildklier werking. Dit is een vetoplosbare vitamine, en heeft dus weer een goede vetverwerking nodig om opgenomen te kunnen worden. afhankelijk van voldoende vitamine A. Niet iedereen is genetisch in staat om van betacaroteen (worteltjes) ook vitamine A te maken.
Co-factoren bij de omzetting: Magnesium en selenium zijn belangrijke co-factoren in de omzetting van T4 naar het actieve T3. Vitamine C speelt een belangrijke rol bij de omzetting van L-Tyrosine in thyroxine. De best opneembare vorm van vitamine C, die ook langer in de weefsels actief is, is gebufferde vitamine C (ontzuurd). Veel van deze stoffen kun je al in een multi vinden. Let er dan wel op dat je multi deze in een optimale orthomoleculair dosering bevat & in dus danige vorm waarin ze het best door het lichaam worden opgenomen.
Schildklier
De trage schildklier & Hasimoto
Bij diagnose van een te trage schildklier, meestal door afwijkende waarden van TSH (hoog), VT4 (laag) en T3 (laag / laag normaal) wordt niet altijd ook onderzocht of sprake is van een auto immuun aandoening. Onderzoek van de antistoffen die deze diagnose zouden kunnen bevestigen zijn: anti TPO en anti TG. Huisartsen en internisten kunnen deze onderzoeken aanvragen en ook is het mogelijk om deze testen particulier te laten verrichten.
Waarom wordt er vaak niet getest op antistoffen?
Daar regulier de behandeling meestal hetzelfde zou zijn ongeacht de uitslag, namelijk door het inzetten van een synthetisch schildklierhormoon. Aandachtspunt is dan ook: hebben schildklierklachten een auto immuun oorzaak, dan zou de behandeling daar ook (mede) op gericht moeten zijn. Verschillende studies (op te vragen via de email) tonen een sterk verband tussen AITD (auto immuun schildklier ziekten) (zowel Hashimoto en Graves) en gluten-intolerantie /sensitiviteit.
Wat verklaart het verband tussen gluten en schildklier problematiek?
De moleculaire structuur van gliadine, het eiwitgedeelte van gluten, lijkt op die van de schildklier. Wanneer gliadine de beschermende barrière van de darm doorbreekt, en dus in de bloedbaan komt, markeert het immuunsysteem het voor vernietiging. Deze doorlaatbaarheid van de darmwand heet ook wel: lekke darm of leaky gut. Deze antilichamen tegen gliadine, zullen ook het schildklierweefsel aanvallen. Dit betekent dat als je AITD hebt en je eet voedsel dat gluten bevat, je immuunsysteem je schildklier zal aanvallen. Erger nog, de immuunrespons op gluten kan tot 6 maanden duren, elke keer dat je het eet. Daarom is het van cruciaal belang gluten volledig te elimineren uit je dieet als je AITD hebt. Er is geen "80/20" regel als het gaat om gluten. Overigens kan een antistoffen test dus fout normaal uitvallen als er ten tijde van de test al een glutenvrij dieet werd gedaan. Bij verdenking op Hashimoto bijvoorbeeld zal dan eerst een gluten provocatie overwogen moeten worden om tot een accurate testuitslag te komen.
Dus hoe kom je erachter dat je gluten intolerant bent?
Helaas zijn de standaard lab tests niet erg nauwkeurig: dit betreffen in eerste instantie meestal testen op antilichamen tegen gluten in de bloedbaan. Maar antilichamen in het bloed worden alleen gevonden wanneer de darm al zodanig doorlaatbaar is geworden (leaky gut) dat er gluten in het bloed terecht zijn gekomen. Dit is een relatief vergevorderd stadium van de ziekte. Bloedonderzoek zal bij de veel mildere gevallen van gluten intolerantie dus geen afwijkende waarden laten zien. Om de doorlaatbaarheid van de darmwand te kunnen beoordelen kan een Zonuline test gedaan worden.
Ontlasting onderzoek op gluten antistoffen is veel gevoeliger, omdat deze de antistoffen meet welke zich nog in het spijsverteringskanaal bevinden: Anti Gliadine sIgA en anti t-Transglutaminase (een enzym dat vrijkomt als er schade aan de darmwand is: deze waarde kan dus met gluten te maken hebben, maar kan ook andere oorzaken hebben). (Overigens moet ook altijd het secretoir IgA in ontlasting gemeten worden om de waarden van bovengenoemde antistoffen te kunnen beoordelen. Is het sIgA bij uw ontlastingtest bijvoorbeeld onder de 100 dan moeten de gevonden waarden voor Anti Gliadine sIgA en anti ht-Transglutaminase maal twee / maal drie gelezen worden. )
Ook is het mogelijk gen onderzoek te doen: testen voor de genen verbonden met gluten intolerantie en coeliakie. Mensen met een HLA DQ-gen hebben meer kans dan de algemene bevolking om auto-immuunziekte, coeliakie en glutenintolerantie te ontwikkelen. Het geeft dus enkel een mogelijke gevoeligheid aan. Onderzoek suggereert dat 1 op de 3 Amerikanen intolerant zijn voor gluten en dat 8 op de 10 genetisch voorbestemd zijn om intolerantie voor gluten te ontwikkelen. De cijfers in Nederland zullen daar niet veel naast liggen. Glutenrijke voeding (lees: (tarwe)brood, pasta, koekjes) neemt een grote plaats in, in ons menu. We zijn de variatie uit het oog verloren met alle gevolgen van dien: eenzijdige diëten geven meer kans op irritatie/ ontsteking / allergieën / intoleranties. Daarbij komt dat het % gluten bestanddeel van granen in de laatste 80 jaar enorm gestegen is door de manier van landbouw en “veredeling”. Onderzoek naar gluten laat ook zien dat überhaupt na het eten van glutenrijke voeding de darmwand gedurende een korte tijd verhoogt doorlaatbaar is. Een van de andere redenen dat glutenintolerantie onopgemerkt kan blijven in zo veel gevallen is, dat bij glutenproblematiek ten onrechte gedacht wordt aan problemen met de spijsvertering. Maar glutenintolerantie kan ook aanwezig zijn met andere symptomen: ontsteking in de gewrichten, huid, luchtwegen en hersenen - zonder duidelijke darmproblemen.
Th1 en Th2 & gluten
Hashmioto's, de meest voorkomende auto-immuun schildklier aandoening, is vooral een Th1 dominante aandoening. InTh1-dominante omstandigheden wordt het Th2-systeem onderdrukt. Het Th2-systeem is het deel van het immuunsysteem dat verantwoordelijk is voor de productie van antilichamen. Wanneer het Th2-systeem dus zwaar onderdrukt is, wordt het vermogen van het lichaam om antilichamen te
produceren verminderd. De niveaus kunnen zo laag zijn, dat ze niet zullen verschijnen op een test. Dus, zelfs als je glutenintolerant bent, kan de test voor gluten antilichamen vals negatief zijn als je Th1-dominant Hashimoto hebt. Überhaupt zijn hoog gluten bevattende voedingsstoffen (en een eenzijdig dieet qua granen aanbod) niet aan te raden daar deze stoffen de opname van voedingsstoffen remmen. ze beschadigen onze darmwand en kunnen dus een - potentieel destructieve auto-immune reactie activeren. Het goede nieuws is, dat als je AITD hebt en gluten intolerant bent, het verwijderen van gluten uit je dieet de antistoffen meestal zullen laten dalen. Is dat niet het geval, dan speelt er mogelijk een andere stoorzender zoals bacteriële, mycologische of virale infectie, allergieën, of ander intoleranties een rol.
Voeding en schildklier
Gebruik voldoende jodium - vooral als je glutenvrij eet! Onze belangrijkste bron van jodium is namelijk het gejodeerde zout in brood, dus als je geen brood meer eet, zul je jodium op een andere manier binnen moeten krijgen (bijvoorbeeld met een supplement).
Selenium is ook heel belangrijk voor de schildklier. Met 2-3 paranoten per dag krijg je al voldoende selenium binnen.
Emotie en schildklier
De schildklier hoort bij het gebied van je keelchakra. Je keelchakra verzwakt bij stress, angst, verdriet en schuldgevoelens. Bij schildklier klachten is het dan ook extra belangrijk om te werken aan: het uitspreken van jezelf, uiten van emoties, je waarheid naar buiten brengen. Leren loslaten van schild en schaamte. Zingen, neurien, ademwerk en stembevrijding kunnen allemaal ondersteunen. Evenals water drinken dat in een blauwe glazen fles heeft gezeten en/of het dragen van een blauwe sjaal om de hals.